ePrivacy and GPDR Cookie Consent by Cookie Consent Raad van State: bezwaar tegen verbreden Stichtse strand kwam te laat | NH Gooi

Raad van State: bezwaar tegen verbreden Stichtse strand kwam te laat

  • Vandaag om 14:00
  • Esther Villerius (NH Gooi)
De hoogste rechter wees het bezwaar van de Vrienden van het Gooi af.
De hoogste rechter wees het bezwaar van de Vrienden van het Gooi af. Beeld: Public Domain Pictures
BLARICUM - De Raad van State heeft het verzoek van Vrienden van het Gooi (VVG), om hand te haven tegen de verbreding van het Stichtse strand, afgewezen. Dat blijkt uit de uitspraak van gisteren. 
Vrienden van het Gooi wilden dat de gemeente Blaricum de verbreding van het strand, die begin 2019 plaatsvond, terug zou draaien. Het strand is destijds deels afgegraven en met zand opgehoogd. 
Toen zijn bovendien een volleybalveld en paden aangelegd. Ook daartegen diende de VVG een bezwaar in. Het zou niet passen binnen het natuurgebied. "Het Voorland bij de Stichtse Brug is een natuurgebied met recreatiestrand en is onderdeel van het Natuurnetwerk Nederland", zo leest het rapport. Dit bezwaar is wel toegewezen, maar het blijft voorlopig onduidelijk wat dat praktisch in zal houden.
"Op 7 juni 2019 heeft VVG het college verzocht om handhavend op te treden tegen de strandverbreding, het volleybalveld, de paden en de verharding. Het college heeft dit verzoek bij besluit van 14 november 2019 ten aanzien van het volleybalveld toegewezen en ten aanzien van de strandverbreding, de paden en de verharding afgewezen."

Bezwaar kwam te laat

De rechter oordeelt nu dat de Vrienden van het Gooi simpelweg te laat waren met het indienen van hun bezwaar. "Voor het antwoord op de vraag of VVG het beroepschrift te laat heeft ingediend, dient vastgesteld te worden op welk moment de beroepstermijn is gestart."
Volgens de Raad van State is het besluit op bezwaar van 20 januari 2021 op 21 januari 2021 verzonden. "Volgens artikel 6:8, eerste lid, van de Awb vangt de beroepstermijn aan op de dag na verzending van het besluit op bezwaar. Dit betekent, zoals de rechtbank terecht heeft overwogen, dat de beroepstermijn is aangevangen op 22 januari 2021."

Salderingsovereenkomst of niet: betoog mislukt

"Dat bij het besluit op bezwaar de salderingsovereenkomst niet is meegezonden, maakt geen verschil voor de aanvang van de beroepstermijn", maakt de rechter een kanttekening. "Deze salderingsovereenkomst maakt geen onderdeel uit van het besluit van 20 januari 2021, zodat de rechtbank terecht heeft overwogen dat de salderingsovereenkomst niet bepalend is voor de bekendmaking van het besluit van 20 januari 2021 en voor de aanvang van de beroepstermijn."
Met andere woorden: de beroepstermijn is geëindigd op 4 maart 2021. "Het beroepschrift is na die termijn ingediend op 16 maart 2021. Dit betekent dat de rechtbank het beroep terecht niet-ontvankelijk heeft verklaard."
De Raad van State concludeert: "Het betoog slaagt niet."

Andere zaak op het strand

Er loopt tegelijkertijd nog een rechtszaak tegen de vergunning voor een strandpaviljoen op het Voorland. De Vrienden van het Gooi willen dat deze plannen niet doorgaan. Niet omdat ze tegen een strandpaviljoen zijn, maar omdat ze willen dat de natuur niet verloren gaat, of op een acceptabele manier gecompenseerd wordt.
"Voorwaarde is wel dat het verlies aan beschermde natuur zodanig wordt gecompenseerd dat de in dit deel van het Gooimeer en op Voorland zelf voorkomende unieke plantensoorten zoals de parnassiabloem behouden blijven", schrijft de VVG in hun nieuwsbrief.
De VVG heeft daarvoor al een concreet voorstel gegeven; het opspuiten van zand op een plek waar eerder waterwoningen waren gepland. "Dat is de enige plek waar je soortgelijke omstandigheden voor vegetatie zoals op het Voorland kunt creëren." Compensatie op een andere plek die Blaricum voor ogen had, is voor de VVG onaanvaardvaar. "Deze gronden zijn volstrekt ongeschikt en ook niet geschikt te maken voor plantensoorten als de parnassiabloem. Dat concludeerde Wageningen Universiteit al in 2021."
Op 4 december was hiervoor een zitting in de rechtszaak. In februari volgend jaar volgt de uitspraak.