Het gaat de Gooise gemeenten niet lukken om opvangplekken voor 1.500 asielzoekers te vinden. De gemeenten hebben nu bijna de helft behaald, maar de doelstellingen moeten worden bijgesteld als het gaat om de rest. Er wordt nu alles op alles gezet om meer dan tachtig procent van de benodigde plekken te vinden. Wijdemeren moet nog het hardst aan de bak: daar is nog geen enkele opvangplek gevonden.
De Gooise gemeenten hebben volgens de Spreidingswet de opdracht om pakweg 1.500 opvangplekken voor asielzoekers te vinden. De helft is gevonden of wordt binnenkort geopend. Blaricum en Laren zijn koplopers en vangen met 250 plekken de meeste asielzoekers op, vooral door de opvang in het oude Tergooiziekenhuis.
Lastig zoeken
Volgens de Blaricumse wethouder Joke Lanphen, regionaal verantwoordelijk voor asielopvang, doen de Gooise gemeenten flink hun best. "Zo heeft de regio tot afgelopen jaar voldaan aan de meest structurele opgave, de huisvesting van statushouders. Daarnaast heeft de regio van begin af aan bijna het volledig aantal benodigde opvangplekken voor Oekraïners gerealiseerd."
Maar daarmee zitten de gemeente ondertussen wel aan hun grens. Volgens Lanphen is het moeilijk om nog meer locaties te vinden, omdat er al 'veel gerealiseerd is in de regio'.
Regionale cijfers
De pakweg 1.500 opvangplekken die regionaal moeten worden gevonden, worden onderverdeeld onder de gemeenten. Gooise Meren moet 389 mensen zien te huisvesten en gaat er in het regioplan al vanuit dat de 150 asielzoekers in de Witte Toren in Naarden er gaan komen. De gemeente moet dus voor 239 mensen nog zoeken naar plekken.
In Huizen, waar 239 mensen opvang moeten krijgen, zijn momenteel 114 asielzoekers geplaatst. Maar de kanttekening daarbij is dat de opvang tijdelijk is. En in de gemeente Hilversum is slechts zo’n 32 procent van de 536 gezochte plekken gevonden. Hekkensluiter in het rijtje is de gemeente Wijdemeren: daar zijn 157 plekken nodig, maar daar is er nog geen een gevonden.