Hilversummer Mark B. hangt vier jaar cel boven het hoofd waarvan een half jaar voorwaardelijk voor het aansteken van de woningbrand op de Koninginneweg begin dit jaar. B. wordt er van verdacht de brand met een bus deodorant en een aansteker aan te hebben gestoken. Naast de celstraf zou de Hilversummer een schadevergoeding moeten betalen aan een bewoner.
De brandweer had in de nacht van 13 januari de handen vol aan de brand in een bovenwoning aan de Koninginneweg. De vlammen sloegen uit het pand, zeker twintig bewoners moesten worden geëvacueerd en tijdelijk elders opgevangen.
Twee brandhaarden
De brand zou volgens forensisch onderzoek op twee plaatsen zijn ontstaan: in de keuken en in de woonkamer. Een expert verklaarde dat er vrijwel zeker sprake is van brandstichting, hoewel er geen brandbare vloeistoffen zijn aangetroffen.
Mark B. zelf beweert dat de brand in de keuken begon, maar ontkent dat hij verantwoordelijk is. Hij houdt vol dat hij na het uitbreken van de brand, de brand probeerde te blussen met een emmer water. Dat blijkt ook uit forensisch onderzoek. De partner van Mark daarentegen, stelt dat hij verantwoordelijk is voor de brand. Zij beweerde dat Mark de brand aanstak met een bus deodorant.
"Was iedereen buiten?"
Mark B. vertelt in de rechtbank zichtbaar gespannen over wat er die nacht is gebeurd. "Ik speel het elke dag af in mijn hoofd. Wat is er precies gebeurd?", vertelt hij. Volgens hem stond de deur van zijn woning open en zag hij vlammen in een van de kamers. "Ik dacht dat iedereen al weg was. Misschien had ik nog iets kunnen doen, maar het was te gevaarlijk."
Hij benadrukte dat het voor hem belangrijk was te weten dat alle medebewoners veilig buiten waren.
Lees ook
-
Verdachte brand in Hilversum blijft ontkennen: "Hoe ben ik hier terechtgekomen?"
Donderdag 17 oktober om 06:37
Mark werd direct na het incident in de ambulance aangehouden, waar hij volgens eigen zeggen twee injecties toegediend kreeg. Tijdens de zitting verwees hij regelmatig naar zijn twijfels over wat er precies is gebeurd. "Ik heb gekeken, ben ik gek geworden? Heb ik het niet echt gedaan?", zei hij. Mark concludeert uiteindelijk dat hij de brand niet aangestoken heeft. Hij gaf wel toe dat hij alcohol had gedronken, waaronder whiskey en gin, maar stelde dat hij niet dronken was. Een buurman bevestigde dit, hoewel er geen bloedonderzoek is gedaan om dit te verifiëren. Andere buurtbewoners uiten hun zorgen over het alcoholgebruik van hun buurman.
Eerdere veroordelingen
De officier van justitie benadrukt tijdens de zitting dat Mark B. in het verleden al twee keer is veroordeeld voor brandstichting, in 2013 en 2016. In één geval stak hij een wc-rol in brand in een café, in het andere geval ontstond brand toen hij een sigaret probeerde aan te steken bij een boom. Mark heeft volgens justitie een alcoholprobleem dat bijdraagt aan zijn agressieve gedrag. Justitie pleit daarom voor een alcoholverbod als onderdeel van zijn straf.
Mark zelf ontkent dat hij verslaafd is aan alcohol, hoewel hij toegeeft een probleem te hebben. Hij gaf aan te willen stoppen met drinken, maar vindt niet dat een alcoholverbod hem opgelegd moet worden. "Ik wil dat zelf kunnen beslissen", verklaarde hij.
Onvoldoende bewijs?
De advocaat van Mark B. pleitte voor vrijspraak en stelde dat er te weinig bewijs is om de schuld van zijn cliënt vast te stellen. "Er is maar één verklaring die Mark beschuldigt, en dat is die van zijn vriendin. Het OM moet bewijzen dat mijn cliënt schuldig is, niet andersom."
Hij wees erop dat de forensische experts mogelijk beïnvloed zijn door de verklaring van de vriendin, en dat er te weinig naar andere oorzaken is gekeken, zoals achterstallig onderhoud in het pand of loshangende kabels.
De advocaat suggereerde dat er drie mogelijke scenario's zijn: een ongeluk door defecte elektronica, een brand veroorzaakt door een medebewoner die eerder heeft gedreigd het pand in brand te steken, of dat de vriendin van Mark de brand heeft aangestoken. Daarnaast werd opgemerkt dat het tapijt in de woning brandvertragend zou zijn, wat het gebruik van een deodorantbus als aansteekmiddel onwaarschijnlijk maakt. Al met al vind de advocaat van Mark dat er te weinig bewijs is voor een veroordeling.
Schade en gevolgen
Naast de straf eist justitie een schadevergoeding van ongeveer 10.000 euro voor een van de gedupeerden, die door de brand zijn woning en bezittingen verloor. De man heeft sindsdien zes maanden in een crisisopvang gewoond. "Ik kon niets meenemen en ben alles kwijtgeraakt", verklaarde hij. Ook de woning zelf liep aanzienlijke schade op door de brand.
Mark zit inmiddels al 279 dagen in voorarrest. De officier van justitie benadrukte het gevaar van de brand: "Het had niet alleen voor Mark, maar ook voor de andere bewoners levensgevaarlijk kunnen zijn." Volgens buurtbewoners was er ruzie in de woning voorafgaand aan de brand en zouden zij door de vriendin van Mark gewaarschuwd zijn, wat hen mogelijk van de dood heeft gespaard.
De rechtbank doet over twee weken uitspraak.