Het is zestig jaar geleden dat de eerste Turkse gastarbeiders naar Hilversum kwamen. Hilversummer Zorlu Hançer werd met open armen ontvangen. Toch ziet hij de tijd veranderen. "De buren hebben de eerste week met ons rondgewandeld", herinnert de inmiddels 86-jarige Hilversummer zich nog goed over de ontvangst.
“Die eerste generatie is heel goed behandeld toen ze hier kwamen. Die Nederlanders waren heel nieuwsgierig.” Dat zegt Suat Öztürk, die zelf eind jaren zeventig als dertienjarige met zijn ouders meekwam vanuit Turkije en een goede bekende is van Hançer.
Zwaar werk
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw kwamen veel gastarbeiders uit onder meer Turkije en Marokko naar Nederland om hier te werken. Er was destijds werk zat. Velen van werkten in fabrieken en vestigden zich in eerste in instantie pensions, zo ook in Hilversum en de rest van het Gooi.
Hançer verliet in 1966 zijn dorp in Oost-Turkije en kwam in eerste instantie in Zwolle terecht. In de provinciehoofdstad van Overijssel begon hij in een kippenfabriek. Zeven jaar later belandde hij in Hilversum. Daar heeft hij in de tapijtindustrie gewerkt.
Beetje gevaarlijk
De overgang voor Hançer was heel groot. Zijn kleine en stille woonplaats was een compleet andere wereld dan Zwolle en later Hilversum. Het was ontzettend wennen. Niet alleen wat eten betreft, maar ook de drukte van het verkeer bijvoorbeeld. Waar in het Turkse dorp amper auto’s reden, zat hier iedereen achter het stuur en dan ook nog eens heel veel fietsers. Zeker toen zijn kinderen over waren, was hij bang om ze naar school te sturen bijvoorbeeld. “Het was een beetje gevaarlijk.”
Tentoonstelling en viering
Zestig jaar Turkse gastarbeiders is het onderwerp van de fototentoonstelling ‘Gevraagd en gebleven’ die nu te zien is in Bibliotheek Hilversum. Naast deze expositie staan de Turkse gemeenschap in Hilversum en de Turkse Federatie zaterdag uitgebreid stil bij de komst van de eerste gastarbeiders in de mediastad. Tussen 12.00 en 17.00 uur halen de aanwezigen in de bieb aan de 's-Gravelandseweg herinneringen op, vertellen verhalen en bekijken een korte film uit het archief van Beeld en Geluid. De entree is gratis.
Voor de jongere Öztürk was de verhuizing van Turkije naar Nederland een minder grote shock. Kinderen zijn toch vaak flexibeler, merkt hij daarover op. Maar voor zijn ouders en de oudere generatie was het verschil groot, ook omdat veel gastarbeiders van het platteland kwamen en vaak laag opgeleid waren. Dat gaf problemen met simpele maar belangrijke dingen, zoals het betalen van rekeningen en de boodschappen doen.
Naar verloop van tijd groeide de gemeenschapszin en kwam er ook steeds meer van de Turkse cultuur en gewoontes de Nederlandse samenleving in, zoals winkels, slagerijen, moskeeën en theehuizen. Al is die onderlinge band minder hecht. Dat komt bijvoorbeeld door het verdwijnen van bepaalde ontmoetingsplekken.
Koffiehuizen
“Vroeger was het hier mooier. Heel leuk. Tien, vijftien jaar terug was het nog gezellig toen we hadden we nog koffiehuizen in Hilversum. Toen kwamen we bij elkaar. Maar die zijn nu weg. Dus we zien elkaar nu op vrijdag in de moskee of we komen elkaar tegen op straat”, aldus Öztürk.
Hançer en Öztürk wonen inmiddels tientallen jaren in Hilversum. Het is hun thuis geworden. Ze gaan hier ook nooit meer weg. En als rasechte Hilversummers valt er natuurlijk nog wel wat te mopperen. "Het parkeren is nogal duur geworden. Daar mag de gemeente wel wat aan doen."