ePrivacy and GPDR Cookie Consent by Cookie Consent Hilversumse kazerne op laatste moment teruggetrokken als vluchtelingenopvang | NH Gooi

Hilversumse kazerne op laatste moment teruggetrokken als vluchtelingenopvang

  • Dinsdag 25 januari 2022 om 13:57 | bijgewerkt: om 14:01 uur
  • Ingmar Meijer

Lang leek de Hilversumse Korporaal Van Oudheusdenkazerne een noodopvanglocatie te worden voor vluchtelingen, maar op het laatste moment heeft het ministerie van Defensie nee verkocht aan het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA). Dat blijkt een forse tegenslag voor Hilversum: andere plekken voor vluchtelingenopvang zijn er niet omdat ze te klein of ongeschikt zijn.

Korporaal van Oudheusdenkazerne
Korporaal van Oudheusdenkazerne|Defensie

Hilversum was een tijdje in gesprek met het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers en Defensie over noodopvang op het kazerneterrein. Nu blijkt dat de Van Oudheusdenkazerne aan de Noodweg dienst zou moeten doen als een 'sobere opvang' voor een groep terugkeerders.

Alles leek tot eind november in kannen en kruiken te zijn. Het ministerie van Justitie en Veiligheid stond positief tegenover het plan en had het Hilversumse college al gevraagd een besluit te nemen. Daar stak Defensie op het allerlaatste moment een stokje voor. Dit ministerie wil geen toestemming verlenen. De locatie is nodig voor eigen gebruik en mogelijk als opleidingsplek voor coronavaccinaties. 

Deadline

Daarmee lijkt Hilversum qua opvang van vluchtelingen met lege handen te staan, terwijl de politiek graag het welbekende steentje wil bijdragen. Het COA is al maanden naarstig op zoek naar vooral grote opvanglocaties.

Afgelopen november kreeg wethouder Bart Heller de unanieme opdracht van de politiek om voor het eind van het jaar te inventariseren of Hilversum geschikte locaties kan aanbieden. Die deadline haalde de bestuurder niet. 

Hilversum - en zo blijkt uit de brief ook de andere gemeenten in 't Gooi - en het COA zitten op een totaal ander spoor. De Gooise gemeenten hebben naar hun inzicht passende, maar kleinschalige locaties beschikbaar. Dan gaat het om meerdere plekken waar maximaal vijftig vluchtelingen terecht kunnen, terwijl het COA blijft inzetten op plekken waar zij in één klap veel meer mensen kan onderbrengen. 

Crailo

Deze discussie is overigens niet nieuw in 't Gooi. Hetzelfde scenario lag in 2015 op de regionale tafel toen veel er opvang geregeld moest worden voor de Syrische vluchtelingen. Ook toen boden de gemeenten diverse, kleine opvangplekken aan.

Uiteindelijk kwamen een paar honderd vluchtelingen terecht in Crailo. Het voormalige asielzoekerscentrum kan nu niet meer gebruikt worden, omdat Hilversum, Gooise Meren en Laren dit gebied gaan ontwikkelen. Momenteel is er een tijdelijke opvang in 't Gooi gerealiseerd. het gaat om een boot in de haven van Huizen waar tot eind maart maximaal 150 vluchtelingen terecht kunnen. 

Ook de provincie Noord-Holland heeft een verzoek ingediend bij de Gooise gemeenten. De provincie wil een regionale opvanglocatie zien voor zo'n 180 asielzoekers, die een goede kans maken op het verkrijgen van een status.

De vervolgstap is dan voor hen huisvesting vinden. Gemeenten moeten jaarlijks een x-aantal statushouders een passende woning aanbieden; iets dat volgens Heller in veruit de meeste gevallen ook lukt binnen de gestelde periode.

Huisvesting boven opvang

Hilversum vaart ook in deze een andere koers en wil werken met een Goois model voor de regionale opvanglocatie. Daarbij is het idee niet één grote maar bijvoorbeeld drie kleinere  locaties van bijvoorbeeld zestig plekken te creëren verspreid over meerdere gemeenten. Daarnaast is het devies dat huisvesting boven opvang gaat en is de wens de doelgroepen (kansrijke asielzoekers, statushouders en andere spoedzoekers) te mengen.

Volgens Heller is het COA positief over het Gooise model, maar heeft het nog geen tijd gehad om hierover verder in gesprek te gaan. Afspraken met het COA en de provincie over geld, exploitatie en teodeling statushouders zijn bijvoorbeeld nodig. Binnen de regio moet nader gekeken worden naar de capaciteit voor de verdere uitwerking van dit concept door de gemeente, de regiogemeenten en de woningcorporaties.